Onder dit bruggetje in de Koningshoeven ligt nog steeds de bedding van de ‘Vuile Leij’.
Het woord ‘Leij’ verwijst dus naar ‘verleggen’. Veel beken met de naam ‘Leij’ zijn in het (verre) verleden dan ook ooit vergraven, waarbij de oorspronkelijke loop veranderde. Een typisch voorbeeld daarvan zien we bij de Oude Leij. Op de plek waar ooit de Goirlese watermolen stond (waar tegenwoordig de Watermolenstraat de Nieuwe Leij kruist), splitste de Oude Leij zich af van de Nieuwe Leij. En dat is een waarlijk bijzondere situatie, want beken splitsen zich normaal gesproken nooit stroomafwaarts. Mogelijk is deze situatie dus door menselijk ingrijpen ontstaan, hoewel ook natuurlijke omstandigheden een rol kunnen hebben gespeeld. Pas ter hoogte van het ven de Buunder (ook wel Grollegat genoemd) voegt de Oude Leij zich opnieuw bij de Nieuwe Leij.
En de Tilburgers solden wel vaker met de Leij. Zo droeg de Oude Leij in 1877 een andere naam, eigenlijk twee zelfs: Tweede Oude Leij of ook wel Landscheiding. Tweede Oude Leij? Jazeker. Ergens in die periode had men een oudere Leijbedding, die men eerder had gedempt, weer opgegraven. Deze Leij lag tussen de Nieuwe en de Oude Leij. De nieuwe waterloop was nodig voor … de afvoer van het fabriekswater! Geen wonder dat zij in de volksmond bekend werd als Vuile Leij. Inmiddels is deze stroom grotendeels weer gedempt. Wat het dan wel weer idyllisch maakt, is het karakteristieke bruggetje op de plek waar zij ooit onder de Koningshoeven door stroomde.